Openwater: navigeren kun je leren!

Dit betekent natuurlijk niet dat je niet recht naar de overkant kunt zwemmen. Er zijn allerlei trucjes die je kunt toepassen om ervoor te zorgen dat je geen meter te veel zwemt en alsnog in een rechte lijn je parcours aflegt!

Verken je weg

Om te beginnen is het belangrijk dat je van tevoren weet waar je naartoe moet. Bekijk de baan voordat je gaat starten door langs de rand te lopen. Check hier de vaste herkenningspunten, zoals een gebouw, een mast of een brug. Let erop dat het vaste objecten zijn; het zou zonde zijn als je je richt op een oranje container die tijdens de zwemtocht tweehonderd meter verplaatst. Deze objecten kunnen je een indicatie geven van hoe ver je bent.

Kin op het water

Om jezelf te kunnen oriënteren tijdens het zwemmen, is het handig om je hoofd wat langer naar voren te richten. Door je kin op het water te leggen, heb je tijd om te kijken waar je bent.

De tip:

Zwem korter met je armen en in een hoger tempo met je benen!
Het is dan makkelijker om vlak op het water te blijven.

Door jezelf te hoog op te richten, zakken je heupen naar beneden, waardoor je het jezelf extra moeilijk maakt. Probeer daarom zo vlak mogelijk te blijven en alleen je kin op het water te leggen.

Een voor een!

De laatste tip om recht te blijven zwemmen is om de navigatie echt los van de ademhaling te zien. Ademhalen doe je aan de zijkant, terwijl je aan de voorkant kijkt waar je bent. Als je deze twee combineert, ga je nog verder omhoog en maak je het jezelf onnodig lastig. Daarom: een voor een, stap voor stap, en zo zwem je vanzelf recht vooruit!